Leuke props (rekwisieten, verkleedkleren) maken pas echt een succes van het uitbeelden van een scene uit een leesboekje, of je dit nu voluit doet met Reader's Theatre, of alleen met een paar leerlingen die hun rol oplezen.
Lesidee: Succestips voor Reader's Theater
- Geplaatst op
- Door Kirstin Plante
- 0
Extra tips waarmee Readers' Theater helemaal tot leven komt!
Je kunt dit zo uitgebreid maken als je wilt, met echte verkleedpartijen en voor iedere scene een nieuw rekwisiet, maar ook een enkele gekke zonnebril of een hoed kan al genoeg zijn om een scene grappig, bizar of griezelig te maken.
Je hoeft geen massa's spullen te hebben om het toch een succes te laten worden. Het stuur van een auto kan door ieder rond voorwerp uitgebeeld worden, van een hoed tot een dienblad of een grote rol plakband. Een verenboa (mijn favoriet) kan een sjaal zijn, een slang of een boom (opgehangen aan de muur).
Goedkope props vind je bij de Action en 1-euro-winkels of op een rommelmarkt, bijvoorbeeld de Koningsdagmarkt waar veel kinderen hun oude speelgoed van de hand doen. Ik heb zelf een grote voorraad spulletjes die vroeger van mijn eigen kinderen waren - een onuitputtelijke schat aan props!
Ook als je geen kinderen hebt of als ze al lang uit huis zijn, vind je in je eigen huis nog legio props: een kartonnen doos kan een kast, tv, auto, vliegtuig, muur, jas, stoel, tuin, slee, enzovoorts zijn. Een schoenendoos kan een bed zijn (met een zakdoek erover), een hoed, een bord om van te eten. Een oude sok kan een willekeurig pratend dier of monster zijn, en je oude afstandsbediening een telefoon. Een plastic bord is een stuur, UFO, verkeersbord of hoed. Ga de zolder op en gebruik je fantasie, dan heb je binnen een mum van tijd een doos vol leuke props!
Sommige props kun je zelf maken. Maar hé, dat laat je natuurlijk door de artistieke leerlingen uit je klas doen, degenen die van knutselen houden. Zij vinden het leuk om te doen, en zullen trots zijn als hun objecten in de les gebruikt worden. Bijvoorbeeld: rechthoekige stukken papier met 5, 10, 20, 50 enz. erop is geld. Kartonnen of vilten poppetjes zijn personages uit het verhaal, en ook tekeningen kunnen dienst doen als prop.
Als docent moet je het gebruik van props goed coachen. Jongere kinderen, of leerlingen die wat moeite hebben met discipline, krijgen hun prop alleen in handen op het moment dat ze er iets mee moeten uitbeelden. Meteen daarna neem jij de prop terug. Let er altijd op dat de props in dienst moeten staan van het verhaal, en niet voor afleiding zorgen!
Reacties
Wees de eerste om te reageren...