Door Valéria Ramos - Journaliste en Nt2-cursiste. Nederlands is Valéria's derde taal.
Er is een goede beschrijving van de personen in het boek. Princes Leonore, prinses Emma en Sophie, de kroonprinses. Het is een beschrijving in eenvoudige taal over fysieke en psychologische aspecten. Sophie, de kroonprinses, wil altijd rennen, klimmen en voetballen. Geen nette kleren! Wil zij de kroonprinses worden? Misschien niet. Ik identificeer mijzelf 100% met deze situatie. Toen ik een kind was, had ik hetzelfde gedrag.
In hoofdstuk 4, de dialogen met de moeder (de koningin) en Sophie, is een goed stukje over het Nederlandse onderwijs thuis. Het leert ons iets over de Nederlandse gewoontes. Ook in hoofdstuk 5, over Koningsdag en de rommelmarkt, is een goed stukje waarin de auteur ons iets laat zien van de Nederlandse cultuur.
Tijdens het lezen was ik benieuwd naar de volgende stappen in het boek. Spannend!
En vergeet niet de grammatica. Het was belangrijk om het vervoegen van de werkwoorden te oefenen. Niet alleen de ik-vorm, maar ook Sophie kijkT, renT, klimT, voetbalT, speelT, roepT, huilT, ZoekT; ze vindEN. Het zijn duidelijke en simpele oefeningen… Ik hoop nu dat mijn Nederlands beter gaat!
De auteur heeft originele ideeën in hoofdstuk 10, Waar is Yanga? De gorillababy mag niet in het paleis wonen en blijft in de dierentuin, maar op woensdag is zij vrij om te vloggen en op zaterdag blijft zij helpen met lintjes doorknippen.
Aan het einde van het boek heeft Marianne de Best een triomfantelijk slot voor Sophie en voor het hele boek: “En na de vakantie komt hij (Ramon) elke middag spelen. Sophie en Ramon spelen binnen en buiten. Ze voetballen en ze klimmen als gorilla’s in de bomen. Ze eten en zwaaien in het paleis. Sophie luisterT niet elke dag… maar ze luisterT bijna altijd! Ze is stoer, maar ze is ook een goede prinses, want ze wil later koningin worden. Ze wil de koningin van Nederland worden omdat ze weet… dat Ramon de koning wordt”. Creatief!
Een Gorillababy, maar geen babytaal!